Het retourkaartje in de Stadsregio Arnhem Nijmegen is aan het begin van het jaar geruisloos uit de bussen verdwenen. Mensen die verder van het centrum wonen in die steden, zijn nu met papieren buskaartjes duurder uit. GroenLinks-raadslid Pepijn Oomen laat het er niet bij zitten, blijkt uit een artikel van De Gelderlander van vandaag.

Het retourkaartje werd na veel politiek rumoer twee jaar geleden ingevoerd, als opvolger van eerdere populaire papieren buskaartjes. Voor 3 euro konden reizigers in Arnhem en Nijmegen heen en weer naar het centrum met de bus.

Dat is nu verleden tijd. Het kaartje was op sommige trajecten goedkoper dan de ov-chipkaart en dat was niet de bedoeling. De ov-chipkaart moet hét betaalmiddel voor het openbaar vervoer zijn, vinden vervoersmaatschappij Hermes en het Stadsregio-bestuur. Als papieren kaartjes goedkoper zijn, wordt dat principe ondergraven. Hermes wilde er daarom van af en daar heeft het bestuur van de Stadsregio mee ingestemd.

Pepijn Oomen (GroenLinks, Nijmegen) streed jarenlang voor het behoud van goedkope papieren buskaartjes. Hij is verbaasd over de geruisloze afschaffing van het retourkaartje en wil nu opnieuw ten strijde trekken. „In het verleden was het KAN-kaartje ook afgeschaft en is het me gelukt het terug te krijgen. Ik ga nu gewoon weer verder. ” In de bus worden nog wel andere papieren kaartjes verkocht. Die zijn in de daluren in sommige gevallen even duur. Een enkeltje kost in principe 1,50 euro in de daluren en 3 euro in de spits. Maar voor wijken verder van het centrum geldt een tarief van 3 euro in de daluren en 4,50 in de spits. Dat geldt voor bijvoorbeeld Dukenburg in Nijmegen en Arnhem- Zuid. Er bestaat ook een kidskaartje van 1 euro voor kinderen tussen 4 en 11 jaar.