In een aantal maanden tijd ontwikkelde het onderwerp wonen zich tot hét thema van de gemeenteraadsverkiezingen. De oplossing voor dit probleem is volgens veel partijen alleen maar bouwen en verkameren: het opsplitsen van woningen in studentenkamers. Natuurlijk moet er ook worden gebouwd en verkamerd, dit moet alleen niet de enige focus zijn. Als je bouwt voor beleggers en huisjesmelkers, krijg je namelijk onbetaalbare woningen en studenten die een hoge studieschuld aangaan om enorme huren betalen voor kleine en slecht onderhouden kamers. Daarnaast duurt het zeven tot tien jaar om te bouwen, terwijl er wel flink wat leegstand is. Politici die de wooncrisis echt willen aanpakken, moeten daarom de markt aanpakken.
Meer verkameren is niet de oplossing
Het is een illusie om te doen alsof de verkameringsregels versoepelen de oplossing is voor studenten. De regels voor verkamering zijn er juist om studenten te beschermen die afhankelijk zijn van de schaarse woonruimte. Als je deze regels versoepelt, worden meer studenten slachtoffer van huisjesmelkers: zij zullen eerder hoge prijzen moeten gaan betalen voor een paar slecht onderhouden vierkante meters. Daarnaast maak je het op termijn nog lastiger voor studenten om goede en betaalbare kamers te vinden. Er zullen nog sneller starterswoningen worden opgekocht en worden verkamerd, waardoor nog meer starters vast blijven zitten in studentenkamers. Doordat deze mensen niet kunnen doorstromen, zal er een kamertekort blijven en zal dit tekort alleen maar toenemen.
Leegstand en wachtlijsten
Onlangs zei Jesse Klaver al dat er in Nederland ongeveer zeventigduizend woningen leeg staan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek had het eerder zelfs over bijna tweehonderdduizend woningen. Ook in Nijmegen is er leegstand. Volgens de laatste cijfers van het Kadaster gaat het om vijfentwintighonderd woningen. Dit is een aanzienlijk deel van de woningvoorraad. Het betekent dat drie op de honderd woningen in Nijmegen leeg staan, terwijl wachtlijsten voor studentenkamers en sociale huur verder oplopen. Beleggers kopen namelijk vrijgekomen woningen op en laten die leeg staan tot de waarde is gestegen, of ze verhuren deze woningen door tegen enorm hoge bedragen: een woning als investering in plaats van een basisbehoefte. Zo spreken we nu over de woningmarkt, terwijl een dak boven je hoofd een basisrecht is, geen marktproduct.