Vanavond is de begroting 2014-2017 besproken. Zojuist heeft fractievoorzitter Pepijn Boekhorst in het kader hiervan het beleid van de gemeente tegen het licht gehouden. Boekhorst: "We moeten de hervormers in deze stad ruim baan geven. Geen gemeente als hindermacht of dwingende regisseur maar als ‘mogelijkmaker’." Hieronder kunt u de volledige tekst lezen.

De afgelopen vier jaar is het in dit stadhuis veel gegaan over crisis. Crisis in de economie, in de portemonnee van huurders en winkeliers, malaise op de woningmarkt en in de bouwsector. We spraken volop over bezuinigingen, krimpende budgetten en toenemende financiele risico’s. Niet verrassend natuurlijk want bij de start van de nieuwe raadsperiode wist iedereen dat er een historisch grote bezuinigingsopdracht lag. Hoewel  een enkele partij ons nog even wilde doen geloven dat bezuinigen een keuze was. Maar de kabinetten Rutte/Verhagen/Wilders en later Rutte/Samsom/Asscher lieten ons op geen enkele wijze die keuze. Keer op keer kwamen gemeenten met meer taken en minder geld te zitten. Als het ging over stedelijke vernieuwing, de wet maatschappelijke ondersteuning, de jeugdzorg, de huishoudelijke hulp, de zorg- de huur- en de kinderopvangtoeslag etc. etc. Het boekhouderskabinet vindt dat het lokaal bestuur het zelf maar moet opknappen en laat vele duizenden Nijmegenaren met een kater achter.

GroenLinks constateert dat we in Nijmegen deze bezuinigingen op een goede, eerlijke en verantwoorde wijze hebben doorgevoerd de afgelopen jaren. Omdat we in dit stadsbestuur kiezen om te hervormen. Niet de gemakkelijke weg, niet de spreekwoordelijke kaasschaaf of hakbijl maar hervormen. De kortingen op het zorg- en welzijnsdomein waren fors maar hebben vooral effect gehad op instellingen en professionals. Nijmegenaren die hulp nodig hebben bij het wassen, aankleden of hun huis schoonmaken, hebben deze ondersteuning nog steeds. In veel gevallen zelfs door dezelfde verpleegkundige of thuishulp. Een prestatie die we hebben kunnen waarmaken door te hervormen. Kiezen voor ondersteuning van de zwakste schouders, een bijdrage vragen van de sterkste schouders. Maar vooral: zorg bieden vanuit het hart en niet vanuit een tijdschrijfformulier. GroenLinks is trots dat we inmiddels over 5 sociale wijkteams beschikken die mensen met een hulpvraag snel en effectief ondersteuning bieden. Geen managers, wachtlijsten of bureaucratie maar hulp. Geen automatisch recht op een voorziening maar samen met de patiënt of cliënt kijken welke mogelijkheden hij of zij zelf heeft. ‘Durf te vragen’ is een principe dat niet voor niets is bedacht hier in deze stad. Wanneer we meer durven te vragen aan elkaar, maken we met elkaar een solidaire stad waarin ruimte is voor mantelzorg, voor vrijwilligersnetwerken en voor zelfregie. In deze begroting zien we wat de resultaten hiervan zijn: we houden geld over bij de individuele voorzieningen. Een signaal dat de draagkracht in deze stad soms groter is dan we dachten. Wat GroenLinks betreft gaan we door met hervormen. Over een jaar moet er een stadsdekkend netwerk zijn van sociale wijkteams en laagdrempelige informatiepunten. Bijgestaan door honderden vrijwilligersnetwerken die de basis vormen.

De hervorming op de bouw- en woningmarkt is in gang gezet de afgelopen jaren. Waar voorheen alleen grote commerciële Randstedelijke bouwers de kans kregen om woningen te bouwen in onze stad, richten we onze aandacht steeds meer op zelfbouwers, op lokale initiatiefnemers. Dat is soms ingewikkeld. Maar leidt bijna altijd tot duurzamere en mooiere resultaten. Geen eenzijdige wijken en standaardproducten maar afwisselende bouwstijlen en heel verschillende inwoners van deze woningen. We leren als gemeente langzaam maar zeker om afscheid te nemen van blauwdrukdenken en grote masterplannen. Organische gebiedsontwikkeling, kansen bieden aan tijdelijke ontwikkelingen is nu nog nieuw maar zal snel gemeengoed zijn. Plant je Vlag laat zien dat ook de openbare ruimte prima ingericht en beheerd kan worden door mensen zelf. De gemeente hoeft zich daar veel minder actief mee bezig te houden. Effectief, goedkoper en leuker. In de afgelopen vier jaar hebben we als Nijmegen afscheid genomen van vele bouwplannen. Van duizenden vierkante meters kantoren in de Waalsprong en tienduizenden vierkante meters bedrijventerrein in het Beuningse Veld en op de Grift. Goed voor de stad: we bouwen immers niet voor de leegstand, we houden de binnenstad aantrekkelijk en het landschap groen. Ook in de bestaande stad houden we steeds meer plekken groen en voegen we zelfs parken toe.  En in plaats van een foeilelijk en standaard appartementencomplex blijft bijvoorbeeld het oude KNVB-gebouw in de Schependomlaan nu misschien wel behouden. En dat hadden we graag ook gezegd van verpleeghuis Margriet. Drie gebieden (de juiste gebieden volgens GroenLinks!) krijgen prioriteit: Waalsprong, Waalfront en Stationsgebied. Daar krijgt onze stad vorm, hoewel dit langzamer gaat dan we graag zouden willen. Van GroenLinks mag de hervorming hier nog wel een tandje sneller gaan: we kijken uit naar de versnellingsmaatregelen die dit college later dit jaar gaat presenteren. Wij durven te kiezen voor instrumenten zoals startersleningen, erfpacht of als gemeente zelf investeren in bijvoorbeeld sociale huurwoningen indien corporaties dat zelf niet meer kunnen. Dit college zet terecht de kwaliteit op 1 en om dat zo te houden moeten we het ‘anders denken en doen’ niet schuwen.

Ook de energiehervorming heeft een vlucht genomen deze periode. En als we naar de begroting kijken, zitten er meer dan voldoende aanknopingspunten voor een goed vervolg. Met Power2Nijmegen zijn tientallen kansen in kaart gebracht om Nijmegen in 2045 energieneutraal te maken. Onze stad kent inmiddels bijna 20.000 zonnepanelen en energiebesparing is een prominent thema bij veel bedrijven en huishoudens. Huurders wonen in steeds beter geïsoleerde huurhuizen, de dieprode energielabels komen nu al nauwelijks meer voor. Een slimme en goede hervorming is ook het energiezuinig maken van de gemeentelijke gebouwen. Met de besparingen op de energierekening van het eerste gebouw, investeren we in maatregelen voor het tweede gebouw. Daarmee kunnen we jaren vooruit en zo’n toekomstbestendig model is een teken van durven te investeren en durven te hervormen. Door de aanleg van het warmtenet worden straks duizenden huizen verwarmd met restwarmte die vrijkomt bij de verbranding van afval. Restwarmte die nu de lucht in gaat. Want zo gaan we nu om met de restwarmte van de ARN: we stoken het de lucht in. Veel bewoners die in de Waalsprong wonen denken overigens dat de stadsverwarming al duurzaam is. Ze zijn hoogst verbaasd als ze horen dat we nu aardgas verstoken voor hun warme douche. En terecht dat ze verbaasd zijn. Energie wordt ieder jaar duurder en bovendien maken we ons afhankelijk van dubieuze regeringen elders op de wereld. Daarom is het ook helemaal niet verkeerd dat de kolencentrale in Nijmegen-West gaat sluiten. Het wordt tijd dat Nijmegen ook hier haar zelfregie krijgt: we wekken onze eigen energie op. GroenLinks hoopt dat over niet al te lange tijd op deze locatie flink wat windmolens zullen staan. Een symbool van onze zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid op energiegebied waar bovendien vele Nijmeegse ondernemers enthousiast over zijn. En dat het ook echt nodig is kunnen we iedere dag zien als we over de Waalbrug rijden: de nevengeul wordt aangelegd omdat de rivieren steeds meer regenwater moeten afvoeren tijdens piekmomenten en vaker land innemen bij hoog water. De klimaatverandering gaat dus ook Nijmegen niet voorbij. Hoe dan ook; GroenLinks is trots op de transformatie van de stad rondom de Waal. En we zouden het een goed idee vinden om de nevengeul snel een andere naam te geven, bij voorkeur een hommage aan het dorp Lent.

Hervormen gaat niet vanzelf en doet pijn. Maar het is wel nodig. Hoe meer we blijven verlangen naar de tijden van voor de crisis, hoe pijnlijker het wordt als blijkt dat dit een vals verlangen is. Wie denkt dat oude tijden herleven zodra de economische crisis voorbij is, komt bedrogen uit. We gaan geen woekerwinsten meer boeken uit onze grondexploitaties. We lossen de stijgende zorgvraag niet op door meer zorgwerkers en subsidies voor instellingen. Deze crisis toont ons glashelder dat welzijn en welvaart niet als vanzelf de resultaten zijn van economische groei, die we dachten te bereiken via marktwerking en opgeklopte beurskoersen en andere zeepbellen.  

 Willen we als stad klaar zijn voor de toekomst dan moeten we verder gaan met hervormen. Ook als het gaat om het mobiliteitsvraagstuk. Investeren in de autoinfrastructuur is peperduur en ongezond. Terwijl investeren in de fiets gezond, goedkoop en snel te realiseren is. Bovendien komt hiervoor veel extern geld beschikbaar. GroenLinks heeft er grote moeite mee dat het parkeerbedrijf een claim legt op de gemeentelijke begroting. We zien nog goede mogelijkheden om de kosten van het parkeebedrijf te verlagen, zodat we hiervoor niet de algemene middelen hoeven aan te spreken. Via de motie 'laat parkeren renderen' roepen we het college op deze mogelijkheden te onderzoeken zodat dit meegenomen kan worden door de volgende coalitie. GroenLinks kijkt uit naar de resultaten hiervan. Dat geldt ook voor het onderzoek naar de effectiviteit van onze reintegratiemiddelen. Het is goed om dit met elkaar te bespreken en hierin keuzes voor de toekomst te maken. Daarbij valt het ons overigens op dat dit college grote ambities uitspreekt als het gaat om het aantal mensen dat een bijstandsuitkering krijgt en het % uitstromers uit de werkcorporaties, maar dat we deze ambitie niet in deze mate terugvinden in de begroting. Daarmee doet het college zichzelf tekort, denkt GroenLinks.

De komende jaren zijn er twee centrale opgaven voor ons als gemeente en de gemeenteraad in het bijzonder. We moeten de hervormers in deze stad ruim baan geven. Geen gemeente als hindermacht of dwingende regisseur maar als ‘mogelijkmaker’. Iedereen die wil bijdragen aan nieuwe verdienmodellen op het gebied van voedsel, energie, water, zorg, wonen is welkom. We moeten ons meer en meer beseffen dat het niet de gemeente is die het bepaalt, het gaat er om wat we met elkaar, samen weten te bereiken. Dat betekent loslaten. En accepteren dat dingen anders (en soms ook fout) gaan. Niet alles voorschrijven vanuit dit huis. Accepteren dat dingen in Noord anders gaan dan in West. Meebewegen op de golven van enthousiaste initiatiefnemers. Beseffen dat de mensen die nu in onze stad wonen, onze stad maken. Dat is ook precies de reden dat we willen dat de nachtburgemeester voor Nijmegen behouden blijft. We dienen een motie in mede namens D66 om hiervoor een structurele oplossing te zorgen. De beste citymarkteers zijn immers de Nijmegenaren zelf.

Een tweede opgave is om echt vorm en inhoud te gaan geven aan de term participatiemaatschappij. En daarbij nemen we geen voorbeeld aan dit kabinet dat niet veel verder komt dan ‘u mag het lekker zelf uitzoeken’. Om een echte participatiemaatschappij te zijn in Nijmegen , moeten we ons realiseren dat mensen grond onder de voeten nodig hebben als hij of zij oud wordt, niet meer productief is, wanneer ie getroffen wordt door werkloosheid, (chronische) ziekte, handicap of pech. In een ‘wij-stad’ als Nijmegen is het onze plicht om iedereen grond onder de voeten te geven. Goed voor de persoon die het betreft maar ook voor onze stad, die er sterker stabieler, veiliger, welvarender van wordt. Wij willen dat iedereen in deze stad telt.

GroenLinks is trots op onze stad. We hebben goede en gezonde schoolgebouwen, mooie parken, een innovatiecampus, een poppodium, vanaf volgend jaar vijf treinstations, over tien dagen een geweldige verbinding tussen de Waalsprong en de oude stad. We mogen ons koesteren in een landschap van groene heuvels en een machtige en weidse rivier. 167.000 betrokken, eigenzinnige en soms dwarse Nijmegenaren. We zien het als onze taak om te blijven kiezen voor Nijmegen als solidare, open en duurzame stad. GroenLinks vindt in deze stadsbegroting veel mooie aanknopingspunten hiervoor. Wij durven te kiezen voor een hoopvolle toekomst.