Vanaf donderdag is GroenLinks-wet­houder Bert Frings van Zorg in Nij­megen voortaan via een wekelijks spreekuur rechtstreeks bereikbaar voor het bespreken van eventuele WMO-problemen.
Frings gaat deWMO-winkel de ko­mende jaren flink verbouwen. Hij verwacht dat dit niet geruisloos zal gaan. De aanpassingen zijn om meerdere redenen noodzakelijk. Zo moet Nijmegen fors bezuinigin­gen op hetWMO-beleid, tien mil­joen euro binnen enkele jaren, en tegelijk stijgt het aantal ouderen en neemt ook de zorgvraag toe.

Frings heeft daarom besloten om te stoppen met het aanbieden van dure standaardoplossingen. Hij gaat uit van maatwerk. Dat bete­kent dat er ‘ongelijke oplossingen komen voor gelijke zorgproble­men’. Uitgangspunt bij elke zorgac­tie is voortaan wat kan de zorgaan­vrager zelf nog, wat kan de familie doen, wat kan het burennetwerk doen, waar kunnen vrijwilligersor­ganisaties bijspringen en als laatste komt de professionele hulp in beeld.

Toch benadrukt Frings dat er bij ondersteuning van de meest kwets­baren nog altijd een professional zal bijspringen die de regie heeft. Tijdens een inspraakavond over het nieuwe beleidsplan van Wet Maatschappelijke Ondersteuning waren hierover vele vragen. Veel insprekers vreesden dat de profes­sional in Nijmegen helemaal bui­tenspel zou komen te staan. Frings benadrukt nu dat die professional altijd in beeld blijft. „Maar het zal wel om een slimme mix gaan met de mantelzorgers en vrijwilligers.”

In brieven aan tal van adviesorga­nisaties meldt Bert Frings ook nog eens met nadruk dat de sociale wijkteams waarin de wijkverple­ging een centrale rol gaat spelen bij het oppakken van zorgproble­men, altijd goed zal letten op een eventuele overbelasting van de mantelzorgers. Ook daarover was enige zorg bij tal van vrijwilligers op de inspraakavond over het WMO- plan van Frings. De even­tuele overbelasting moet al bij de allereerste keukentafelgesprekken bij de mensen thuis aan de orde komen, meent Frings.

De oproep van de Gehandicapten­raad de grens voor de eigen bijdra­ge voor WMO-voorzieningen zo­als de huishoudelijke hulp, douche­beugels en een verhoogd toilet bij 150 procent van de bijstandsnorm te leggen, negeert Frings. Hij zegt dat hij is gebonden aan landelijke richtlijnen voor het minimabeleid. Die richtlijn gaat uit van 110 pro­cent van de bijstandsnorm.

Bron: De Gelderlander