GroenLinks Nijmegen organiseert zeven themaweken waarin allerlei activiteiten rondom een belangrijk onderwerp worden georganiseerd. Van 27 januari t/m 2 februari is het de week van de diversiteit. Carin Hereijgers, die op plaats 16 van de kandidatenlijst staat en actief is binnen de werkgroep ‘diversiteit’ interviewt wethouder Bert Frings.

Speerpunten van zijn beleid: geen zorgen om de zorg, zelfregie, samenredzaamheid, zorg dichtbij huis en dichtbij mensen. In zijn takenpakket zit ook de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) waar veel gehandicapten gebruik van maken.

Je bent nu wethouder zorg, welzijn & sport en je wilt in een volgende periode dolgraag terugkeren om eventueel met deze portefeuilles door te kunnen gaan. Hoe kun je  daar zin in hebben met het grote pakket extra zorgtaken dat op de gemeentes af komt vanwege de decentralisatie?

Ik ben tevreden met de richting van de wet, maar er is nog veel onduidelijkheid. In de nieuwe situatie krijgt de gemeente meer verantwoordelijkheid over bepaalde groepen. Een voorbeeld is mensen met een verstandelijke handicap die meer zelfstandig gaan wonen.  Wij moeten straks gaan zorgen dat de verschillende hulpverleners goed samenwerken. Ik verwacht dat wij op die manier mensen beter van dienst kunnen zijn. Ondanks dat we een fors bedrag krijgen om dit te regelen blijft de nieuwe wet wel een bezuiniging en is veel nog onduidelijk. Voor zo ver dat kan is Nijmegen er al grotendeels klaar voor. We werken samen met negen gemeenten en zitten gelukkig op één lijn .

Voor zelfstandig wonen zijn ook huizen nodig die dat mogelijk maken. Zijn die er in Nijmegen?

Daar ligt zeker een grote uitdaging. We zijn nu bezig in kaart te brengen hoeveel geschikte plekken er in de stad aanwezig zijn. Half februari hopen we hier tussentijdse resultaten van te presenteren.

Bij woningen en gehandicapten kan tegenwoordig ook gedacht worden aan levensloopbestendige huizen. Want niet alleen mensen met een aangeboren handicap hebben deze woningen nodig, maar iedereen kan door een verkeersongeluk of iets dergelijks  gehandicapt raken en we worden in ieder geval allemaal een keer een dagje ouder. Hoe staat het daarmee in Nijmegen?

Ook die behoefte proberen we in kaart te brengen. Volgend jaar zetten we een campagne op om mensen bewust te maken van de mogelijkheden die ze hebben om hun huis levensloopbestendig in te richten. Dat past bij de gedachte dat de overheid niet overal de spil hoeft te zijn, maar dat mensen ook op hun eigen manier hun weg kunnen vinden.

Overigens is in het kader van leeftijdsdiversiteit in onze gemeente een experiment  geweest waarbij studenten een goedkope kamer konden huren in een  huis met hulpbehoevende ouderen. Hen werd gevraagd met enige regelmaat om te zien naar hun buren en dat gebeurde  ook wederzijds. Deze pilot is succesvol geweest en zal hoogstwaarschijnlijk een vervolg krijgen.

Welke onderwerpen wil je in de volgende periode extra benadrukken, gezien je ervaring als wethouder in Nijmegen?

Ik heb gemerkt dat het woonbeleid meer dan ooit dienstbaar moet zijn aan de burgers en dat dat, zeker waar het zorgbeleid betreft, veel onkosten op andere terreinen kan verkleinen. Mensen faciliteren in zelfstandig wonen bespaart kosten voor zorginstellingen en geeft mensen de regie in handen.

Verder verwacht ik dat juist doordat het jeugdzorgbeleid naar de gemeentes komt, er minder jongeren in de zware jeugdzorg terecht komen. We moeten inzetten op preventieve woon- en zorglocaties zoals  pleeggezinnen.

Na dit korte gesprek bedank ik wethouder Frings en zie hem graag weer op de receptie bij de Ien Dales lezing, waar het COC de jaarlijkse Dalesprijs uitreikt. Want wethouder Frings heeft ook aandacht voor allerlei andere emancipatieorganisaties in de stad.