Meer dan 25 journalis­ten en cameramensen uit diverse Europese landen, maar ook uit China, Mexico en Amerika ston­den gisterochtend op de stoep in Nijmegen. Om precies te zijn aan de rand van de Waal bij Lent. Ze waren afgezakt naar Nijmegen om eens met eigen ogen te zien wat Nijmegen de komende jaren samen met Rijkswaterstaat met de Waal bij Nijmegen gaat doen. GroenLinks-wethouder Jan van der Meer gaf een toelichting. Een bericht uit De Gelderlander.

De dijkteruglegging bij Veur-Lent met de aanleg van een ruim 200 meter brede nevengeul is een uniek project. De aanpak van de dreigende wateroverlast wordt ge­combineerd met de aanleg van een nieuw woon-, natuur- en re­creatiegebied. Hier ontstaat een ste­delijk rivierpark. De dijkingreep, een project van 361 miljoen euro, moet de stad en Lent de garantie geven van droge voeten bij hoogwater, maar het le­vert tegelijk een overstroombare landtong op van 1.600 meter die nooit hetzelfde zal zijn. Afhanke­lijk van de waterstanden overstro­men straks kleine of grote delen van die landtong. En Veur-Lent rond de Oosterhoutsedijk wordt een eiland waar ruimte komt voor woningbouw.

De dijkteruglegging bij Lent is veel meer dan een technisch project. „En dat is precies de reden waar­om er zoveel belangstelling voor is”, denkt wethouder Jan van der Meer. „Overal in de wereld wor­den steden bedreigd door hoog wa­ter. Wij laten zien dat zo’n bedrei­ging ook omgezet kan worden in een kans voor een mooiere stedelij­ke ontwikkeling.” Uiteraard greep Van der Meer de excursie rond de Waal aan ook nog eens uit te leggen dat Nijmegen de oudste stad van het land is. Stadspromo­tie op zijn best dus.