Tijdens de themabijeenkomst 'Diversiteit' van de programmacommissie van GroenLinks Nijmegen werd onderstaande column voorgedragen door Suus te Braak:

Mijn naam is Suus te Braak. Ik ben geboren in de Achterhoek uit een Surinaamse moeder en Nederlandse vader. Dit gegeven maakt mij een bi-culturele Nederlander. Thuis werd ik opgevoed met zowel Nederlandse als Surinaamse culturele invloeden. Deze opvoeding heeft mij gevormd tot de persoon die ik nu ben en die nog in wording is.

 

Opgroeien als bi-culturele Nederlander in de overwegend ‘witte’ Achterhoek, was niet altijd makkelijk. Ik heb een prima jeugd gehad, maar in tegenstelling tot mijn witte vriendjes en vriendinnetjes, kreeg ik al op jonge leeftijd te maken met discriminatie in de vorm van racisme. Liefkozend ‘roetmopje’ genoemd worden, uitgelachen om net niet, net wel, kroeshaar hebben, de vraag of mijn vader wel mijn vader is of mijn moeder wel mijn moeder? Ja, dat gebeurt in een overwegend witte omgeving. Maar ik heb me er altijd speciaal door gevoeld op een goede manier. Mijn moeder leerde me, dat je in een witte wereld als bi-cultureel of iemand met een zwarte huidskleur, je altijd net iets harder moet werken dan de rest. Want je staat namelijk vanaf het begin met 0-1 achter. Wellicht klinkt dit heftig, ernstig of zorgelijk. Maar het is wel waar.

Op mijn zeventiende kwam ik uit de kast als (toen nog) lesbisch. Dit was niet moeilijk en werd eigenlijk door iedereen in mijn omgeving goed geaccepteerd. Op mijn negentiende kwam ik uit de kast in Suriname. Dat was anders. De vragen en opmerkingen die mij bij gebleven zijn: je doet het wel goed op school toch? Je mag het wel zijn, maar je hoeft het niet te laten zien...

Dit was verwarrend voor mij. Waarom kan ik niet in allebei mijn culturen zijn wie ik ben en het uitdragen zoals ik dat wil?

Nu ben ik 33, werk ik bij COC Nederland en werk ik met, zoals ik ooit zelf was, bi-culturele LHBTI jongeren in Nederland. Ze leven onder de Nederlandse regel- en wetgeving, krijgen de Nederlandse normen en waarde mee, leren op school om voor hun eigen carrière te gaan. De ontwikkeling van het ‘ik’ is groter dan van het ‘samen’. Maar in de thuiscultuur van de, veelal Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse jongeren waar ik mee werk, is dit volledig omgekeerd.

Wat ik met terugwerkende kracht van mezelf heb geleerd, maar vooral van de jongeren waar ik nu mee werk, is dat ‘coming out’ een westers begrip is, dat wij, westerlingen, zien als de ultieme uitkomst van gelukkig kunnen zijn als je LHBTI bent. Niet kijken naar je omgeving, maar gaan voor jezelf. Wanneer je leert dat familie het sterkste is dat je hebt, dat je op elkaar kan steunen, dan zou je denken dat een ‘coming out’ voor een bi-culturele jongeren ook de uitkomst moet zijn. Maar wat betekent het echt? De persoon in kwestie vindt misschien zijn/haar vrijheid, maar de familie verliest sociale contacten, familiebanden, aanzien. Dit maakt dat de ‘coming out’ van de één, de ander in de kast stopt.

Nijmegen is een progressieve stad. Een stad waar ik me al 13 jaar als bi-cultureel, LBHTI’er erg thuis en welkom voel. Ondanks dat Nijmegen erg vooruitstrevend, welkom en openminded is, is de bi-culturele LHBTI doelgroep ook hier nog erg onzichtbaar. COC Nijmegen is een organisatie die midden in de samenleving van de Nijmeegse burgers staat. Ze steekt haar nek uit voor emancipatie en ondersteunt de meest zwakke uit de community. Maar het COC kan dit niet alleen. De stad, onze samenleving, moet zich meer gaan openstellen voor hen van wie we weten dat ze er zijn, maar niet wordt gezien. En ik denk dat GroenLinks Nijmegen daar een positieve bijdrage aan kan leveren. Dit jaar stemde ik voor het eerst op GroenLinks, omdat ik me vertegenwoordigd voelde door de partij. Dat voelt nog steeds zo en ik hoop dan ook dat dat zich uitwerkt in daden.

Van een partijgenoot kreeg ik het partijprogramma en er viel mij één ding specifiek op. Namelijk punt 1 van het partij programma:

"GroenLinks staat voor een tolerante stad en zet daarom in op structurele voorlichting op alle scholen in het basis- , voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Dit doet zij door belangenorganisatie COC en het antidiscriminatiewetbureau Ieder1Gelijk in hun voorlichtingsfunctie structureel financieel te ondersteunen en door concrete afspraken te maken met de verschillende schoolbesturen.”

“GroenLinks staat voor een tolerante stad”. Dat vind ik jammer om te lezen. De slechtste slogan die Nederland ooit heeft kunnen hebben is; ‘Tolerant Nederland’. Ik wil niet getolereerd worden in mijn land of stad, ik wil bestaan en geaccepteerd zijn in de volledigheid zoals ik besta. En dat geldt volgens mij voor iedereen.

Dus GroenLinks, steek je nek uit, wees zichtbaar voor degenen die het niet zijn, ga niet uit van het gelijk van de westerse norm en wees vooral niet tolerant, maar oprecht, open, stel vragen en leer.