Dit artikel is overgenomen uit de bewonersmagazines Mariken, de Dukenburger, de Wester, Neij West en Lindenholt Leeft van december 2014. Tekst: René van Berlo en Michiel van de Loo

‘De belangrijkste vraag is: wat hebt u nodig?’ Dat zegt wethouder Bert Frings over de veranderingen in de zorg. ‘Natuurlijk gaan er dingen mis per 1 januari. Maar er is een vangnet: een helpdesk waarbij mensen terechtkunnen.’Op 1 januari vinden grote veranderingen in de zorg plaats. Tot nu toe regelde de gemeente onder andere hulp in de huishouding, rolstoelen, woningaanpassingen, vervoer en hulpmiddelen. Dat blijft zo. Voortaan gaat de gemeente meer hulp en ondersteuning regelen, bijvoorbeeld woonbegeleiding, dagopvang of jeugdhulp. Het Rijk organiseert alleen nog de zorg voor mensen die in een instelling wonen of thuis intensieve verzorging en verpleging krijgen.

Ongerustheid

Deze veranderingen leiden tot grote ongerustheid. Er wordt flink bezuinigd. Elke gemeente kan het gekorte zorgpakket deels naar eigen smaak invullen. De situatie kan dus in Nijmegen anders zijn dan in Arnhem.

‘Er gaat heel veel veranderen’, bevestigt Frings. ‘Alles wat met zorg (care) te maken heeft, komt naar de gemeentes. Dat is 8 miljard euro per jaar. Alles wat medisch is (cure) gaat naar de zorgverzekeraars. Dat is ongeveer 65 miljard. Het rare is: de care kan volgens de regering goedkoper, de cure niet. AWBZ en jeugdzorg vallen onder care. Op de AWBZ wordt 20 tot 25 procent bezuinigd, op de jeugdzorg 4 tot 15 procent. De cure mag 1,5 procent groeien!’

 

Geen schoonheidsprijs

‘Ik snap die grote zorgen’, vervolgt Frings. ‘Elke bestuurder die zegt dat hij precies weet wat er gebeurt, kletst uit zijn nek. Het hele proces verdient geen schoonheidsprijs. Een voorbeeld: alle cliënten van de AWBZ met indicatie 5 of hoger kregen in oktober te horen dat ze voor 11 november moesten beslissen of ze over willen gaan naar de gemeente of naar een zorgverzekeraar. Dat gaat om 14.000 mensen.’

Eens met veranderen

‘Toch ben ik het ermee eens dat de gezondheidszorg wordt veranderd. Ten eerste: nu medicaliseren we een probleem. Dan krijg je er geld voor beschikbaar. Als je bijvoorbeeld dyslectisch bent, wordt dit medisch tegen hoge kosten aangepakt, terwijl je dezelfde resultaten op een andere manier goedkoper kunt bereiken. Ten tweede: Als we met de huidige situatie doorgaan moeten we straks 40 procent van alles wat we verdienen aan de zorg betalen.’

‘Er is 174 miljoen euro beschikbaar voor de zorg in Nijmegen. Dat is inclusief organisaties als Tandem. Maar het kan de gemeente meer gaan kosten. Er zijn namelijk twee open eindes waarop de gemeente geen enkele invloed heeft: 1. de huisartsen blijven verwijzen, de gemeente betaalt en 2. de rechter beslist, de gemeente betaalt.’

‘8100 Nijmegenaren die in de zorg zijn, komen naar de gemeente. Iedereen heeft de angst: ben ik mijn zorg kwijt? Dat gaat niet gebeuren. Iedereen die een indicatie voor jeugdzorg heeft, houdt volgend jaar dezelfde aanbieder als in 2014. Mensen met een AWBZ-indicatie houden voorlopig dezelfde zorg, maar niet per se bij dezelfde aanbieder. We hebben aan de zorgorganisaties gevraagd: we willen zorg. Regel dat als clubs gezamenlijk. Als je samenwerkt, kun je de mensen beter van dienst zijn. Ze krijgen 80 procent van het budget van 2013. Daar moeten ze alles voor doen.’

Wijkteams

‘Er komen elf sociale wijkteams in Nijmegen. In Dukenburg heeft het team een dubbele bezetting. In de teams zitten praktijkdeskundigen, zoals wijkverpleegkundigen en maatschappelijk werkers. Elk team kijkt samen met de cliënt of er mensen in zijn of haar omgeving zijn die kunnen helpen. Als die er niet zijn kan er professionele hulp komen. Kinderen, vrienden of buren zijn nooit verplicht om te helpen.’

‘In verschillende stadsdelen werken al sociale wijkteams. In 75 procent van de gevallen is de uitkomst zoals nu: professionele begeleiding is nodig. 15 procent heeft familie, vrienden of buurtbewoners als hulp. 10 procent heeft een combinatie. 100 procent van de mensen gaf voor de nieuwe situatie een hoger rapportcijfer dan voorheen. De reden: ze zijn zelf betrokken bij de beslissing. Ze houden de touwtjes in handen.’

Keukentafelgesprekken

De sociale wijkteams gaan met alle mensen die zorg nodig hebben praten. Dat zijn de zogenaamde keukentafelgesprekken. Frings: ‘De belangrijkste vraag is: wat hebt u nodig? Neem altijd iemand die je vertrouwt mee naar zo’n gesprek. Als je die niet hebt: er zijn cliëntvertegenwoordigers beschikbaar. Mensen zijn tot veel meer bereid dan we denken. Ik vertrouw enorm op de professionals als ze samen met cliënten de zaak bespreken. Ik kan niet per persoon zeggen of er wel of geen veranderingen plaatsvinden.’

Zelfsturend

‘Zijn wij in staat om mensen te laten meedoen doordat ze hun problemen oplossen en zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven voeren? Daar gaat het om. We gaan wel ongelijkheid tussen gemeentes creëren. Dat vind ik niet erg. Dat heb je met de gemeentelijke belastingen ook. We gaan terug naar de kleinschaligheid, dat je iedereen kent, bijvoorbeeld door de wijkverpleegster. De grote fusies zijn voorbij. We gaan naar zelfsturende teams in een gebied die zelf alles regelen in de buurt.’