In vergelijking met jongens sporten meisjes veel minder. Waar ruim 84 procent van de jongens tot 17 jaar geregeld sport en voldoende beweegt, ligt dat bij meisjes 10 procent lager. Van alle allochtone meisjes sport zelfs maar 45 procent. „Dat moet veranderen”, aldus de sportwethouder.
Hij benadrukt dat sporten geen doel op zich is. „Sporten heeft een belangrijke sociale kant, je trekt op met anderen. En het is vooral goed voor je gezondheid.”
Vorig jaar is al eens geëxperimenteerd met sportkennismakingsdagen voor allochtone meisjes met hun moeders. Dat trok slechts enkele tientallen belangstellenden.
Frings hoopt dat de acht nieuwe buurtsportcoaches die in de wijken samen met de sportclubs aan de slag gaan, meer kunnen bereiken. Hij ziet vooral kansen op het terrein van hockey. „Hockey is razend populair onder meisjes in Nijmegen- Oost en Malden. Quick en NMHC begeleiden de meisjes ook bij huiswerk. Waarom zouden we niet samen hockey gaan promoten in Hatert?”
Frings wil dat scholen de ouders meer betrekken bij de sportactiviteiten. „In de lessen en ouderavonden moet gesproken worden over de noodzaak van sporten, de risico’s die je loopt als je niet voldoende beweegt. Maar ook thema’s als gezonde voeding moeten aan de orde komen.”
De Nijmegenaren zo lang mogelijk gezond, fit en actief houden. Dat is de uitdaging van wethouder Frings. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Dus wil de wethouder ook de kinderopvang en buitenschoolse opvang (bso) meer verbinden met sportactiviteiten. In enkele wijken is de bso al gevestigd op sportaccommodaties.
Die aanpak verdient uitbreiding.
De wethouder wil verder meer aandacht voor de uitval van jonge sporters. Zo rond hun 17e haken veel jongeren af bij een sportvereniging. Hij denkt dat die trend gekeerd kan worden door de jongeren zelf meer te laten organiseren bij een club. Enkele sportvereniging doen dat al met veel succes.
Frings gaat de besturen er ook nog eens wijzen op de goede ervaringen met de instelling van een jeugdraad binnen een vereniging.
Hij gelooft dat het ook slim is om meer studenten bij de sportclubs te betrekken. Er zijn verschillende Nijmeegse verenigingen die daar goede ervaringen mee hebben opgedaan. Frings wil dat de sportverenigingen in Nijmegen die goede voorbeelden uit de praktijk meer met elkaar gaan delen. Maar niet alleen clubs spelen een belangrijke rol om mensen aan het sporten te krijgen. Samen met de zorgverzekeraars worden huisartsen vaker bij beweeginitiatieven betrokken. „In Hatert is via huisartsen bijvoorbeeld een wandelgroepje voor ouderen ontstaan.”
Frings wil verder dat sportparken ook buiten de traditionele verenigingsport door groepjes gebruikt kunnen worden. Een groeiend aantal mensen wil namelijk niet meer binnen clubverband sporten.