Lichtreflecterende wegdekken kunnen misschien helpen de hoeveelheid energie die Nijmegen nodig heeft voor openbare verlichting terug te dringen. Na een oproep van GroenLinks heeft wethouder Turgay Tankir toegezegd dit te onderzoeken.

Openbare verlichting is in Nijmegen een grote energieverbruiker. Jaarlijks besteedt de gemeente 570 duizend euro aan stroom voor straatlantaarns. Het verlichtingsplan ‘Zicht op Nijmeegs Licht’ dat wethouder Tankir woensdag aan de gemeenteraad presenteerde gaat te weinig in op de mogelijkheden om dat stroomverbruik terug te dringen. Alle partijen zijn het erover eens dat de wethouder zijn huiswerk opnieuw moet doen en op afzienbare tijd moet komen met ambitieuzere besparingplannen. De Raad deed daarvoor een aantal suggesties, bijvoorbeeld om straatlantaarns automatisch te dimmen als er geen voorbijgangers zijn.

GroenLinks riep Tankir op ook aandacht te geven aan innovatievere oplossingen, zoals lichtreflecterende wegdekken. Als het asfalt of de klinkers het licht beter reflecteren, is minder straatverlichting nodig. In Nederland is daar nog niet veel ervaring mee, maar in andere landen worden lichtvriendelijke wegen al langer toegepast. In Scandinavië, Zwitserland en bijvoorbeeld Hamburg zijn dit soort wegdekken al veel langer gebruikelijk.
Asfalt dat witter van kleur is, is niet alleen beter zichtbaar in het donker, het heeft ook nog andere voordelen. Doordat het zonlicht overdag beter weerkaatst wordt, blijft het wegdek koeler. Dat is gunstig voor de levensduur van het wegdek en voor bijvoorbeeld de constructie van bruggen.

Lichtreflecterende wegdekken gaan bovendien ‘urban heat’ tegen, het verschijnsel dat het in grootstedelijke gebieden soms vele graden warmer kan worden dan in een groene omgeving.

Verschillende grote bouwondernemingen experimenteren op dit moment in Nederland met lichtreflecterende wegdekken. GroenLinks pleit ervoor om ook in Nijmegen een aantal pilots te doen, bijvoorbeeld op de nieuwe stadsbrug. Naar verwachting komt Tankir al komende maand met een nieuw voorstel.