GroenLinks wil openheid en helderheid van het College van B&W omtrent het plan voor het Vrijheidsmuseum en heeft vragen gesteld.

In Nijmegen wordt door het college van B&W al enige tijd gesleuteld aan een nieuw oorlogsmuseum. Dat wordt tegenwoordig een vrijheidsmuseum genoemd. Vrijheid wordt gepresenteerd als een militaire overwinning op de bezetter. Maar de strijd voor vrijheid is natuurlijk veel meer dan dat. Hoe zit het met de suffragette-, burgerrechten- en arbeidersbewegingen? Vrijheid alleen zien als een militaire overwinning is een wel heel beperkte kijk op vrijheid.

Op 19 juni van dit jaar werd door het college het masterplan Vrijheidsmuseum gepresenteerd, een kleurig boekwerk met veel plaatjes, bloemige verhalen over het hoe en waarom en steunbetuigingen van prominenten, die er belang bij hebben dat dit project een succes wordt. Ook worden in de ambitieuze plannen optimistische cijfers gepresenteerd, bijvoorbeeld minstens 145.000 bezoekers. Dat is voor Nederlandse begrippen heel veel. In dat geval zou het museum geen verlies, maar ook geen winst maken en elf banen opleveren.

In Nederland bestaat de neiging dit soort plannen niet van kritische kanttekeningen te voorzien. In de plannen bevindt zich het museum naast de nieuwe stadsbrug, maar de entree is aan de achterkant en dus niet te zien vanaf de nieuwe stadsbrug. Hoe moet dit mensen uitnodigen? En wat betekent het voor de begroting van de gemeente Nijmegen als de minimale doelstellingen niet worden gehaald, wat heel waarschijnlijk is? Waarom is er geen inhoudelijk museumconcept? Er is geen eigen collectie en geen enkele wetenschappelijke basis. De bezoeker wordt uitgenodigd zich in te leven en met zichzelf aan de slag te gaan over de waarde van vrijheid.

En waarom wordt het gewenste museum vergeleken met bijvoorbeeld het Imperial Warmuseum in Manchester en het Holocaust-monument in Berlijn? Dit zijn nou niet bepaald voorbeelden waar vrijheid centraal staat. Ook wordt gesuggereerd dat het museum anders is dan andere — er zijn in Gelderland alleen al twaalf oorlogsmusea waarin WO2 centraal staat — want het is niet gebonden aan een symbolische locatie. Toch staat het masterplan vol met argumenten waarom de Vasim de enige geschikte lokatie is, want dat is waar de oversteek in 1944 van 48 Amerikaanse soldaten plaats vond.

In het plan wordt ook gesproken over het delen van het gebouw met de Cultuurspinnerij, de huidige gebruikers van de Vasim. De bronsgieterij De Olifant, nu nog in de benedenstad, zou er een plek moeten krijgen. Uiteindelijk blijft er 25% over voor de Cultuurspinnerij waar nu 80 mensen werken. Velen moeten hun heil maar ergens anders gaan zoeken, na meer dan tien jaar in de Vasim te hebben gewerkt. GroenLinks pleit al langer voor een permanente locatie van de Cultuurspinnerij, wat volgens ons een veel grotere economische waarde heeft dan een museum gebaseerd op de recente militaire geschiedenis van WO2 verpakt als attractiepark voor dagjesmensen.

Op 10 juni j.l. vond een 'expertmeeting' plaats, een besloten vergadering over de plannen, waarvan de inhoud niet bekend is. Deelnemers hebben een geheimhoudingsplicht waarvoor men een verklaring moest ondertekenen en een boete van 5000 euro mocht verwachten indien men iets naar buiten bracht. GroenLinks roept het college op alle documenten, haalbaarheidsonderzoeken en verslagen van 'expertmeetings' openbaar te maken. In een tijd dat er fors bezuinigd wordt op zorg en cultuur mogen burgers verwachten dat de overheid openheid geeft waarom bepaalde keuzes gemaakt worden en hoe reëel de verwachtingen zijn.