Samen met bestuurslid en historicus Hans van Oerle diende Marieke recent een initiatiefvoorstel in voor eerherstel van de Nijmeegse slachtoffers van de heksenvervolgingen. Samen doken zij de Nijmeegse geschiedenis in met hulp van onder anderen prof. Maria Grever (em. hoogleraar Theory of History and Historical Culture en docent Vrouwengeschiedenis aan de Erasmus Universiteit) en Stichting Nationaal Heksenmonument.

Tussen 1469 en 1603 zijn in Nijmegen zeker tien mensen beschuldigd van hekserij en op gruwelijke wijze geëxecuteerd. Niet omdat zij daadwerkelijk magie bedreven, maar omdat zij ‘anders’ waren: zelfstandig, uitgesproken, of zonder mannelijke bescherming. Het ging vaak om mensen die niet in de maatschappelijke norm pasten en vooral vrouwen (80 procent van de slachtoffers) vormden een kwetsbare groep. Zij werden als zwakker en beïnvloedbaarder gezien en eerder verdacht van een verbond met de duivel. Vooral weduwen en alleenstaande vrouwen liepen groot risico om als heks te worden bestempeld. En hoewel de brandstapels verdwenen zijn, leven de mechanismen die deze vervolgingen mogelijk maakten nog altijd voort: intolerantie, vrouwenhaat en het zoeken naar zondebokken. Juist daarom is het belangrijk om deze geschiedenis te erkennen en ervan te leren.

Het voorstel pleit onder andere voor het vernoemen van straten in nieuwe wijken naar deze slachtoffers, zodat hun namen niet worden vergeten. De gemeenteraad bespreekt het voorstel binnenkort. Hopelijk krijgen de slachtoffers weer hun plek in de stad en kunnen we lessen trekken uit deze geschiedenis.