Op 26 april jl. zijn op de Beijenstraat fietsen verwijderd door de AFAC in opdracht van de wijkmanager. Enkele omwonenden waren hier verbaasd over omdat ze de fietsen niet als overlastgevend ervoeren. GroenLinks Nijmegen vraagt zich af op basis waarvan fietsen verwijderd kunnen worden en heeft hier vragen aan het college van B&W over gesteld. GroenLinks-raadslid Pepijn Oomen: “Hoe moeten mensen buiten het centrum nou weten dat de AFAC langs is geweest?”
In de APV is het centrumgebied aangewezen als handhavinggebied om verkeerd gestalde fietsen en te lang gestelde fietsen danwel fietswrakken (“verboden om (brom)fietsen al dan niet voor onmiddellijk gebruik geschikt langer dan 4 weken onbeheerd in een voor stalling bestemde voorziening achter te laten”) te verwijderen. Buiten het centrum bestaat zo’n verordening niet. Oomen: “Kan het zomaar op basis van een andere regel?”
Volgens de AFAC voldeden de verwijderde fietsen aan de kwalificatie fietswrak, maar dit werd door enkele omwonenden in twijfel getrokken (“lege band en ogenschijnlijk al paar weken niet gebruikt, maar verder weinig mis mee”). Oomen: “Dat, in combinatie met het onverwachte karakter van zo’n actie, betekent dat bewoners echt niet zullen weten dat hun fiets is meegenomen door een gemeentelijke dienst in plaats van door een fietsendief.” GroenLinks suggereert daarom om met aankondigingen te werken. Oomen: “Die briefjes die op het station op fietsen worden gehangen een week voor ze verwijderd worden, dat zou in een woonstraat buiten het centrum zeker een standaardprocedure moeten zijn.”